top of page
Zoeken

BLOEMEN

Foto van schrijver: EllenEllen

Nu het regenseizoen op z’n einde begint te lopen, is de temperatuur in Ho Chi Minh City ook weer aangenamer, zeker ’s avonds. En dus verhuis ik mezelf aan het eind van de middag weer graag naar ons balkon, waar ik het dan langzaam donker zie worden en de miljoenen lichtjes beginnen te flonkeren. Ik blijf dat met verwondering bekijken, wat een plaatje!

Op straat, tussen die talloze lichtjes, wil de ervaring overigens wel eens minder aangenaam zijn, want het betekent ook heel veel drukte natuurlijk, en ontzettend veel voorbij scheurende auto’s en scooters. Allemaal met de enorme haast om ergens te komen. In de afgelopen week is mijn taxi minstens drie keer bijna van de weg gereden door een bus (ik laat in het midden of dat aan de drivingskills van de taxichauffeur of die van de buschauffeur lag, maar vermoed de eerste), wat best een enge ervaring is.


Dat lichtjes je ook volledig op het verkeerde been kunnen zetten, merkten wij zaterdagavond. We gingen een hapje eten met collega’s Gerry en Henk en zijn vriendin Jewel. De taxi zette ons af voor een steegje waar de rode lichtjes nogal overheersend aanwezig leken te zijn. Het leek ons zo’n plek waar mensen uitsluitend met behulp van lichaamstaal elkaars pluspunten ontdekken, zeg maar, en we stonden niet te trappelen om daarin te lopen.

Maar Google Maps was onverbiddelijk, we moesten daar echt zijn, dus wandelden we aarzelend het steegje in om er vervolgens achter te komen dat de rode gloed van achter de ramen van een grote kerstboom kwam. En ik, inwoner van een land waar de pepernoten eind augustus al in de winkel liggen voor een zeker feest in december, verbaasde me oprecht dat de boom zo vroeg al stond.

De vork bleek echter anders in de steel te zitten: Het restaurant waar we heen gingen (en ontzettend lekker gegeten hebben), bleek ooit een keer de boel in kerstsfeer te hebben versierd en heeft dit daarna nooit meer weggehaald. Niet dat ik dat zelf heb uitgevogeld uiteraard, (mijn kennis van de Vietnamese taal is weliswaar verdubbeld, maar dat betekent dat ik nu twee woorden ken in plaats van één) maar Jewel en Henk wisten te vertellen dat dit typisch Vietnamees is: Het staat en hangt prima, dus waarom zou je het weghalen?

Wel waren er hier en daar wat briefjes en bordjes tussen de dennennaalden gepropt die verwezen naar Vietnamese Women's Day op 20 oktober. Want Vrouwendagen, daar zijn ze hier gek op, compleet met cadeautjes en allerlei uitjes. Volgens Jewel moet je dat wel met een flinke korrel zout nemen, want ze vieren inderdaad International èn Vietnamese Women's Day, maar daarnaast blijven er nog 263 mannendagen over, waarmee de verdeling ineens toch behoorlijk uit verhouding is.

Jewel en ik kregen van het restaurant een spuuglelijke plastic roos als presentje, die ik ondanks de aanblik toch maar op de kast heb gezet, in het kader van: Koester wat je hebt.

 

Maar hiermee ben ik nog niet uitgepraat over plastic bloemen. Donderdag ging ik naar de ILV om mijn lidmaatschap nog een jaartje te verlengen en omdat ik stiekem best wel nieuwsgierig was naar de creatieve activiteit die op de planning stond, het maken van een Tropical Flowerhat. Voor iedereen die geen idee heeft wat dat is, maar wel ooit kinderen heeft gehad die Madagascar keken: Denk aan de hoed van King Julian, het narcistische stokstaartje uit die serie. Voor iedereen voor wie ook daarbij geen belletje gaat rinkelen: Het is een soort indianentooi, maar dan met bloemen en fruit in plaats van veren.

En hoewel ik geen idee heb waar zo’n hoofddeksel ooit nuttig voor zou kunnen zijn, bleek het wel ontzettend leuk om te maken. In anderhalf uur tijd toverde ik een vrolijke hoed met roze bloemen en groene druiven tevoorschijn, waar ik zelf eigenlijk hartstikke blij van werd.

Mijn gezin was iets minder gecharmeerd van mijn olijke selfie van mezelf-met-hoed in de vroege ochtend,  want los van het feit dat het schrikken was op hun nuchtere maag, begonnen ze zich serieus zorgen te maken over mijn verstandelijke vermogens. Heel eerlijk gezegd deelde ik die zorgen, toen we even laten met zo’n twintig vrouwen van een zekere leeftijd met bloemenhoeden een tropische polonaise liepen op de klanken van ‘I am too sexy..’. Hoe ouder hoe gekker, zullen we maar zeggen. Er zijn trouwens bewegende beelden van, maar die houd ik om voor de hand liggende redenen angstvallig voor mijzelf...

 

Vrijdag kon ik eindelijk weer met Joyce mee naar het weeshuis in Phuc Lam, zoals altijd intensief, aangrijpend en tegelijk ook heel mooi en fijn. Geen plastic bloemen deze keer, ook geen gekke vrouwen die snakken naar een beetje aandacht, maar kindjes die die aandacht werkelijk nodig hebben.

Gelukkig zijn er inmiddels weer juffen gevonden voor de kinderen van 2 tot 4 jaar oud, waardoor de baby’s en dreumesen meer rust en ruimte hebben. En waardoor wij ze veel meer tijd en persoonlijke aandacht konden geven. Tijd om te knuffelen, boekjes te lezen en samen te spelen. Een aantal kindjes had net leren lopen en was vooral druk in de weer met het uitvogelen hoe hun lijfje werkt in een grotere ruimte dan hun bed. Zo aandoenlijk om te zien. Nee, deze tripjes zijn niet de makkelijkste van mijn tijd in Azië, maar geven by far wel de meeste voldoening!



 

64 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

SMAKELIJK

FEEST

BERGEN

Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page