Na drie-en-een-halve maand in Nederland ben ik weer terug in Vietnam en heb ik eindelijk weer tijd voor een blog. In principe was het plan om er nog één vanuit Barneveld te schrijven, omdat het anders wel heel lang ging duren (jullie konden me zomaar vergeten zijn, lieve lezers!), maar de zomer was zo vol met gezelligheid dat het er gewoon niet meer van kwam.
Bofferd die ik ben, kwam ik aan toen in Nederland de zon weer begon te schijnen en er een heerlijke zomer begon, waardoor ik wekenlang in de tuin kon leven – mijn absoluut favoriete plek en daar veel fijne gesprekken gevoerd en prachtige boeken gelezen heb.
Als gezin sloten we de mooie zomer af met de bruiloft van Arne en Elisa, twee fantastische dagen vol liefde en geluk, en opnieuw met prachtig weer.
Daarna was het voor mij nog even een paar weken hard werken om afgelopen donderdag eindelijk weer richting Schiphol te vertrekken. Gelukkig werd ik gebracht door Manon en Thijs, want anders was mijn aankomst daar beslist geen vanzelfsprekendheid geweest. In mijn Nederland-tijd moest ik namelijk twee keer mensen ophalen op Schiphol en beide keren lukte het me om verkeerd te rijden… Zoals Arne treffend opmerkte: Jij rijdt 20 keer per jaar naar Schiphol, hoe dan? Ja dat vraag ik mezelf ook een beetje af.
Op Schiphol was alles zoals altijd: Mijn koffer was te zwaar, ik moest gefouilleerd worden (heel grondig blijkbaar, want de dame in kwestie heeft iedere huidplooi te pakken gehad) en drie keer getest op drugs èn de irisscan weigerde weer eens te geloven dat mijn ogen echt bij mij horen. Maar toen ik bij de gate Joline (mede-expat en mede-boekenclublid) tegen het lijf liep, was dat allemaal alweer snel vergeten. We zaten in het vliegtuig natuurlijk niet naast elkaar, maar konden onze nachtelijke trip over de luchthaven van Doha wel samen maken. En dat was best fijn want dat vliegveld is namelijk een stad op zich, compleet met trein en bos met vogelgeluiden (te regelmatig om echt te zijn, maar wel een originele toevoeging waar mensen die ervoor geleerd hebben vast lang over hebben nagedacht). In juni was ik hier ook, rond de middag en op weg naar huis, en toen was het er uitgestorven. Nu landden we rond half 1 ’s nachts, kon je over de hoofden lopen en waren we hartstikke blij dat we samen onze weg konden zoeken tussen al die mensen.
Over de tweede vlucht, van Doha naar Ho Chi Minh City kan ik niet veel vertellen, want toen sliep ik als een roos. Ik weet nog wel dat mijn buren weinig ruimte innamen, waardoor we allemaal lekker comfortabel op ons onszelf konden zitten. Dat is het vermelden waard, want als ik buren tref met net zo'n iets-te-gezellig BMI als ik, zit je de hele rit intiem te wezen met elkaars zwembandjes en geloof me, dat is voor niemand leuk. Maar deze keer was alles slaap-lekker-proof en pakte ik toch meer rust dan ik had durven hopen.
Jolines man had inmiddels voor ons allebei de fastlane geregeld op het vliegveld van Saigon. En hoewel ik me afvroeg: ‘Is het corruptie als je betaalt om anderhalf uur wachtrij over te slaan of is het gewoon heel slim?’ was het een feit dat het na 20 uur reizen best lekker was om opgewacht te worden door iemand met een bordje met je naam erop, om langs de eindeloze wachtrijen voor de douane te worden geloodst. En daarna anderhalf uur eerder dan gepland mijn lieve man weer te kunnen knuffelen en in de auto naar huis te stappen.
Inmiddels het ik de jetlag achter me gelaten (ik voelde me zaterdag alsof ik dat vliegtuig op eigen spierkracht naar Azië had gevlogen) en alweer helemaal gewend, lekker in de stad rondgewandeld, twister gespeeld in de nagelsalon en stilletjes op m’n balkon zitten genieten van het prachtige uitzicht. Het is hier eind van het regenseizoen, met nog best wel wat buien, maar ook hele mooie momenten en vooral een aangenamere temperatuur, zeker ’s avonds. En omdat het voor mij de laatste langere periode is in Azië, ga ik daar nog even vreselijk enorm van genieten!

Comments