Dertig uur nadat we de deur van ons appartement in Ho Chi Minh City achter ons dicht hadden getrokken, stapten we onze hotelkamer in Auckland binnen en hadden we de eerste indrukken van Nieuw Zeeland opgedaan. Door het tijdsverschil was het inmiddels eind van de middag op 15 december en door het slaaptekort (hooguit vier uurtjes tussen Jakarta en Sydney) maakten we het die avond niet laat: We kropen om 8 uur doodmoe onder de wol. Om rond 1 uur ’s nachts allebei weer klaar wakker rechtop te zitten. Lang leve de jetleg!
Na een paar wakkere uren was het maar goed dat we de wekker hadden gezet, want anders hadden we beslist nog geslapen op het moment dat de man van het camperverhuurbedrijf ons op kwam halen. We handelden de papierwinkel af, kregen uitleg over ons thuis-op-wielen voor de komende weken en reden daarna allereerst naar een supermarkt. Je mag niets te eten of drinken meenemen Nieuw Zeeland in (hier werd echt heel streng op gecontroleerd, in een soort Border Securityachtige setting waar ik echt de zenuwen van kreeg!), dus we hadden wel het nodige in te slaan.
En toen begon onze reis echt. Eerst door het verstedelijkte gebied rond Auckland en daarna steeds verder naar het zuiden, waar het landschap langzaam steeds mooier werd. Op het stuk naar Waitomo, waar we de eerste nacht wilden doorbrengen, waanden we ons soms tussen de liefelijke heuvels van Engeland, dan weer in de bossen van Duitsland, om een paar kilometer verder het gevoel te hebben in de het prachtige landschap van Toscane te rijden, terwijl de dorpjes die we passeerden ons dan weer aan Amerika deden denken. Achter iedere bocht in de weg lag een nieuwe adembenemend mooie verrassing te wachten en de uitzichten werden steeds spectaculairder. Wat een fantastisch land! En dan zijn we nu nog ‘maar’ op het Noorder Eiland, wat naar zeggen het minst sensationele deel van Nieuw Zeeland is. Foto's volgen uiteraard later in de fotogalerij.
Als we vanuit Nederland naar Nieuw Zeeland waren gevlogen, zonder de twee jaar ervaring in Azië, dan hadden we het leven hier waarschijnlijk vooral bekeken vanuit de verschillen: Alles wat anders is zou zijn opgevallen. Grappig genoeg kijken we nu vooral naar de overeenkomsten met Nederland en genieten we er enorm van om in een westers land te zijn. In de supermarkt liggen dezelfde soort producten als thuis, het verkeer rijdt dan wel links, maar is verder net zo gestructureerd, en overal is het netjes.
En last but not least: het weer. In Nieuw Zeeland is het weer in december vergelijkbaar met de Nederlandse zomer. Het is rond de 23 graden, zon en wolken wisselen elkaar af en de wind is heerlijk fris. Wat betekent dat we met intens veel plezier ’s avonds een trui aantrekken omdat het dan afkoelt.
Al heeft de avond ook iets vreemds: als het bij ons avond is, begint in Nederland de dag pas net doordat we een tijdsverschil van 12 uur hebben. Ik heb me nog nooit zover weg gevoeld.
De mensen hier zijn heel gezellig en relax, èn houden (net als wij) van lekker eten. Dat is hen ook wel aan te zien, wij voelen ons ineens niet meer groot, maar heel gemiddeld. Konden we zomaar weer met gemak kleren kopen, ook wel eens leuk! Ter illustratie: De herenmaten gaan tot 6XL en voor Jan is een 2XL al ruim.
Inmiddels hebben we de Waitomo Glowworm Caves al bezocht (het had iets magisch om in totale stilte door een donkere grot te varen die alleen verlicht werd door de duizenden lichtpuntjes van de glimwormen. We mochten geen foto’s maken, maar konden na afloop toegang krijgen tot foto’s van de grotten waar we in ‘geshopt’ waren, wat bij lange na geen recht deed aan de echte ervaring, maar in ieder geval een tastbare herinnering is), zijn we bij de Huka Falls geweest (de watervallen met het grootste watervolume van Nieuw Zeeland) en staan we nu bij Lake Taupo (het Lago Maggiore van het Noorder Eiland zeg maar).
We lunchten vandaag in het dorp Taupo, omdat ik dringend op zoek was naar een drogist. In Nederland slik ik tussen mei en september medicatie tegen hooikoorts, maar dat had ik in Indonesië niet nodig omdat daar geen gras is. In Nieuw Zeeland is echter gras in overvloed en daar is december zoals gezegd het equivalent van de junimaand in Nederland. Wat maakte dat ik op onze eerste overnachtingsplek al snel met opgezette, rode ogen rond liep en bij tijd en wijle tranen met tuiten leek te huilen. Alsof ik in een permanente staat van diepe depressie verkeerde, terwijl ik me een blij ei voelde.
Datzelfde was het geval de nacht erna, waar we op een boerderijcamping stonden. Animal Friendly, stond er bij de ingang en dat was een understatement. Vooral de kippen voelden zich zo vrij als een vogeltje. Eentje ging er genoeglijk net voor het wiel een stofbad nemen. Dus nadat we hadden ingecheckt was het mijn taak om al dat vee weg te jagen. Het zou tenslotte niet echt Animal Friendly zijn om een kwartier na aankomst al over één van die beestjes heen te rijden. Maar hooikoorst ogen en stof zijn geen goede combinatie kan ik je zeggen!
Op ons prachtige plekje tussen een stuk bos met een ruisende beek en een weiland met een hangbuikzwijn, pauwen en alpacas in, scharrelden er hele kippenfamilies rond onze tafel. Bofte Jan even, kippen zijn tenslotte zijn lievelings. Al hadden de gevederde vrienden er niet op gerekend dat hij al hun trucjes kent: Hij zat binnen de kortste keren met een kuiken op schoot, dat blijkbaar gewend was om altijd op tijd weg te rennen en bijzonder verontwaardigd was. Ook pa en moe waren onaangenaam verrast en tokten en kraaiden ontzet naar elkaar. Gelukkig voor hen hadden we al kip in de koelkast, dus hoefden ze zich geen zorgen te maken toen de BBQ tevoorschijn kwam (ja dat is uiteraard een grapje, we zouden niet durven!).
Inmiddels heb ik trouwens pilletjes en oogdruppels tegen de hooikoorts en is het gevoel dat iemand zand in mijn ogen heeft gestrooid weg.
Op naar mooie nieuwe en vooral prachtig mooie ervaringen dus!
Comments