top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverEllen

KNUFFELEN

Het baby’tje in het houten bedje was afgelopen vrijdag precies twee dagen oud.

Hij knipperde met zijn oogjes, kreunde en wriemelde vanwege het felle licht en de enorme herrie in de ruimte, veroorzaakt door nog minstens 50 andere kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Maar hij kon geen kant op en niemand haalde hem weg bij al die prikkels.

Zijn moeder had het ziekenhuis na zijn geboorte verlaten zonder hem mee te nemen, waardoor zijn bedje nu in een weeshuis staat, tussen 25 andere, identieke bedjes, allemaal gevuld met een baby of dreumes voor wie dit plekje hun slaap-en speelplaats is, in een ruimte waar door personeelsgebrek ook nog minstens 25 peuters rondspringen.

Mijn hart brak.

 

Via via had ik gehoord dat Joyce, één van de bestuursleden van de International Lady’s of Vietnam, op vrijdagochtend een weeshuis bezoekt om de jongste kinderen liefde en aandacht te geven. Ik was gewaarschuwd dat het emotioneel zwaar zou zijn om mee te gaan, maar ik wilde niets liever, want ik mis de Werkgroep en vind het niet oké om hier alleen maar een beetje de rich-bitch uit te hangen. En heel eerlijk dacht ik ook dat ik ‘al wel wat gewend was’ door alles wat ik in Indonesië had gezien. Maar niets was minder waar. En misschien maar goed ook, want kinderen die geen liefde en aandacht krijgen, dat mag nooit wennen.

 

Ik meldde me om half 9 bij het appartement van Joyce, waarna haar chauffeur ons naar

Phúc Lâm bracht. We startten de ochtend in het klasje bij de kleuters, waar we een minuut of tien van de lestijd mochten gebruiken om de kinderen te begroeten. Ze wilden allemaal opgetild worden en ‘volle armen’ was geen argument, dan klommen ze als aapjes tegen ons op om toch nog een plekje te veroveren.

Vervolgens liepen we naar de ruimte van de jongste kinderen (die ik hierboven al beschreven heb) en deden een rondje langs alle bedjes, met knuffels en lieve woorden. En met een bloedend hart, want je zou bij ieder kind zoveel meer tijd door willen doorbrengen.

Daarna was het speel-en knuffeltijd voor de peuters, wat er in de praktijk ongeveer zo uitzag: Ik zat op de grond met kind 1 in op mijn linkerarm, terwijl ik met mijn rechterhand een bal rolde naar kind 2, ondertussen gevoerd werd met plastic eten door kind 3, kind 4 zich op mijn schoot nestelde en kind 5 van achter om mijn nek hing.

In Nederland ben ik altijd bezig met taal voor peuters, maar in deze setting was taal juist het enige wat niet nodig was (ook niet beschikbaar trouwens), maar er ook totaal niet toe deed. Het enige wat deze kinderen willen is je aanwezigheid, opgetild worden, een paar armen om zich heen.


Toen ik rond half 1 weer thuis was, voelde ik me emotioneel en fysiek alsof ik door een vrachtwagen was overreden en ik had de rest van de dag en nog een stukje van de dag erna nodig om alles te verwerken. Ik kon niet stoppen met aan dat kleine baby’tje denken, maar ook: wat kan je structureel doen voor deze kinderen? Financieel doneren aan goede doelen is niet eenvoudig in Vietnam en speelgoed is volgens mij niet nodig (er stond een deur open en daar zag ik speelgoed, knuffels en beddengoed opgetast liggen tot aan het dak). Wat de kinderen echt missen is aandacht. Er waren deze ochtend 3 dames beschikbaar voor de minimaal 50 kinderen in de ruimte, die zich de benen onder hun lijf vandaan renden om eten, drinken en verschoning te verzorgen, maar geen tijd en energie over hadden voor meer.

Ik ga hier beslist nog over sparren met Joyce, maar voor nu richt ik me op de vrijdagochtenden, in de hoop dat er nog meer mensen mee willen gaan, want hoe meer mensen, hoe meer knuffels er gegeven kunnen worden.

 

Vóór vrijdag had ik al nagedacht wat ik in mijn nieuwe blog wilde schrijven. Ik wilde lekker een beetje klagen over mijn schuifpui die nog niet gerepareerd is, maar waar wel om de haverklap iemand foto’s van komt maken (alsof dat wat helpt).

Ik wilde schrijven over de eerste maaltijd die ik helemaal vrijwillig met stokjes heb gegeten en waarbij er ook werkelijk voedsel in mijn maag terecht is gekomen.

En ik wilde vertellen over mijn tochtjes door de stad, waarbij ik soms van een afstandje naar mezelf kijk en denk: Ben jij dat in die grote stad zover van huis? Wie had dat toch ooit gedacht?

Maar dat alles zijn ineens futiliteiten als ik ze vergelijk met die kindjes in Phúc Lâm. En daarom laat ik het er voor vandaag bij en ga ik bedenken welke taalloze spelletjes ik vrijdag met de kinderen kan doen.



 

 

88 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

1 commento


leonie.bergwerf
08 apr

Wat hartverscheurend om dit te zien! Ik hoop dat je echt wat kunt bedenken om structureel voor deze kinderen te kunnen betekenen.


Te bedenken dat je maar zo kort kan knuffelen met ieder kind, wat zoveel meer nodig heeft. Heel veel sterkte met dit wat je wel voor ze kunt doen. ❤️

Mi piace
bottom of page