Toen Jan afgelopen najaar op zoek ging naar een woning in Jakarta, hadden we ons eerst goed laten informeren over de voor- en nadelen van een huis versus appartement. Delen van Jakarta lopen regelmatig onder water bij zware regenval, dus dat was een argument om in een appartement te gaan wonen. Ander voordeel: weinig beestjes over de vloer. Uiteindelijk kozen we toch voor een huis in een hoger deel van Jakarta, omdat we graag meer ruimte en een eigen zwembad wilden. Tot afgelopen weekend beperkten de beestjes in ons heerlijke huis zich tot een paar muggen en een verdwaalde mier. Maar afgelopen vrijdag zat er in onze garage ineens iets wat zich het beste laat omschrijven als een 40 cm lange baby-alligator (het kan ook een dwergkrokodil, minileguaan, uit-de-kluiten-gewassen-salamander of gewoon een gekko geweest zijn, ik was niet zo goed in biologie, dus heb werkelijk geen idee). Feit was in ieder geval dat ik door Jan en Afif meteen terug de keuken in verwezen werd, want het beest kon bijten en zou dan niet meer los laten. Blijkbaar hebben baby-alligators een voorkeur voor sappige, net onthaarde vrouwenkuiten, want ze bleven zelf in de garage en hij deed niets. Uiteindelijk lukte het Afif om hem zo boos te maken dat hij in de bezem beet en kon hij het dier zo naar buiten dragen. En inderdaad, het duurde minuten voor hij de bezem weer los liet, waarop ik best blij was dat hij niet in mijn kuit hing...
We zijn nog steeds blij met ons huis trouwens.
Behalve dit ongewenste bezoek was het verder een heerlijk rustig weekend. We waren weer lekker samen hebben enorm genoten van lange gesprekken bij het zwembad met een hapje en drankje binnen handbereik, van samen winkelen en verrukkelijk eten in de stad. Voor ons genieten, maar voor jullie natuurlijk reuzesaai.
Ons huis heeft trouwens alweer een facelift ondergaan sinds ik terug ben. Ik had 40 kilo aan home decoration vanuit Nederland bij me en heb ervan genoten om alles een mooi plekje te geven. Ik had ook gordijnen meegenomen en heb Rachel behoorlijk op de kast gejaagd door ze zelf op te hangen. Gelukkig was ze er niet bij, want ze had me eigenhandig van dat trapje afgejaagd, denk ik (soms is ze wel een beetje streng voor me!). Het was namelijk echt de bedoeling geweest dat ik dat Noto had laten doen... Maar ja, jullie weten het: There is nothing wrong with my hands!
En verder ben ik een beetje eigenwijs en doe ik de dingen graag op mijn eigen manier...
Vanmorgen zijn we, samen met de collega's Patrick en Indra naar Yogyakarta gevlogen, aan de zuidkust van Java. De landing was al een vakantie-ervaring op zich: De landingsbaan is naast een parelwit strand met uitzicht op de azuurblauwe oceaan en heel veel palmbomen.
Het vliegveld ligt bijna twee uur rijden van de stad vandaan. We werden daarom opgehaald door collega Faïz, die ik tot nu toe alleen kende van telefoontjes naar Jan die begonnen met een voor mij duidelijk hoorbaar: 'Goedendag meneerrrr Jan!' Faïz is een expressieve man met een gulle lach die een paar woorden Nederlands kent en die graag gebruikt. Binnenkort kent hij er nog meer, want Jan en Patrick zijn druk bezig met het aanvullen van zijn woordenschat. Niet persé de meest courante woorden trouwens.
De tocht naar de stad was gezellig, maar vooral ook ontzettend mooi (zie fotogalerij). We reden langs rijstvelden met bergen op de achtergrond, langs kleine dorpjes en schattige huisjes. Hier zijn de mensen ook echt wel arm, maar alles oogt ruimer en vriendelijker dan rondom Jakarta.
We lunchten in een gezellig restaurant met een mediterrane kaart (jazeker, ook Aziaten houden van Italiaans eten!), waarna ik ben afgezet bij een prachtig hotel met uitzicht over de stad. De mannen gingen door naar een farm, want er moet natuurlijk ook gewoon gewerkt worden.
De komende week mag ik de stad verkennen terwijl zij nog meer farms bezoeken. Ik heb even gegoogeld... ik denk dat ik me wel ga vermaken!
Comments